Weer drie nieuwe instructiefilms over de vijf Mobiliteitsklassen

Bij het kiezen van het juiste hulpmiddel of de juiste transfertechniek is vooral de mobiliteit van de cliënt bepalend. Naarmate de cliënt minder kan, is er immers meer begeleiding nodig en neemt de kans op fysieke overbelasting van de zorgverlener toe.

Om hier in de praktijk handen en voeten aan te geven heeft LOCOmotion de vijf Mobiliteitsklassen ontwikkeld, ook wel de MK5 genoemd. In dit concept worden cliënten op grond van hun functionele mobiliteit in vijf niveaus ingedeeld (A,B,C,D en E). Dat gebeurt dus niet op grond van een ziektebeeld, maar op grond van de beperkingen en mogelijkheden van de cliënt om mee te werken aan bijvoorbeeld een transfer.

Hoewel de Mobiliteitsklassen grotendeels voor zichzelf spreken, zijn er soms in de praktijk wel discussiepunten. Daarom hebben we, met dank aan eUlift en Hogeschool VIVES (Kortrijk, B) vier instructiefilms gemaakt. Het eerste filmpje (‘De vijf Mobiliteitsklassen (MK5) uitgelegd’) kende je misschien al. In het tweede filmpje wordt uitgelegd wanneer er, in termen van de MK5, sprake is van fysieke overbelasting. Het derde filmpje gaat in op het verschil tussen Mobiliteitsklasse B en C. En tot slot wordt in het vierde filmpje de vraag beantwoord of je zelfredzaamheid altijd blijft stimuleren. Dus ook bij Mobiliteitsklasse E?

Wil je de vier films in het Engels zien? Klik dan hier.