Tien tips om de ZelfredzaamheidsRadar te implementeren in jouw zorgorganisatie

Steeds meer zorgorganisaties werken met de ZelfredzaamheidsRadar. Hoewel het ook een prima meetinstrument is, wordt het vooral gezien als gesprekstool over zelfredzaamheid. Of, zo je wilt, over reablement. 

Het Van Kleef Instituut en zorgorganisatie Laurens doen onderzoek naar hoe je de ZelfredzaamheidsRadar kunt inzetten, implementeren en wat er gebeurt als je er mee gaat werken. Op basis van de voorlopige resultaten van deze studie en de vele tientallen workshops die LOCOmotion en Scouters hebben gegeven over de ZelfredzaamheidsRadar, hebben we hieronder tien gouden tips voor het succesvol implementeren van de ZelfredzaamheidsRadar voor je geformuleerd:  

1. Verdiep je in de ins en outs van de ZelfredzaamheidsRadar ( bekijk de films, doe de Free Learning ZelfredzaamheidsRadar, lees de FAQ’s, oefen met casussen, oefen met het positieve gesprek, loop mee met collega’s en deel ook jouw ervaring weer met anderen).
2. Vul de radar niet direct voor al je cliënten in. Start met één cliënt en leer.  
3. Maak daarbij een bewuste, passende keuze tussen het op papier (tastbaar, invullen met stift) of digitaal (met doorklikken) invullen.
4. De ZelfredzaamheidsRadar is oordeelvrij: exacte score is van ondergeschikt belang. De cliënt beoordeelt immers de waarde van zijn/haar leven. Het gaat om het gesprek.
5. Zie de ZelfredzaamheidsRadar als een hulpmiddel om een nog completer beeld van je cliënt te krijgen.
6. Kies je domein(en). Ga na met welk(e) domein(en) de cliënt wil starten. Houd het overzichtelijk.
7. Communiceer door middel van Het Positieve Gesprek met alle betrokkenen.
8. Vier de successen gezamenlijk; zowel met de cliënt, mantelzorger(s) en met je collega’s.
9. Zoek contact met de ketenpartners (thuiszorg, eerste lijn, POH, verpleeghuis, ziekenhuis, etc.). Hoe mooi is het als ook zij de ZelfredzaamheidsRadar gaan gebruiken.
10. Wees reëel en (her)ken de grenzen van zelfredzaamheid.